Kasgeldlimiet

Tijdelijke tekorten worden opgevangen met kasgeldleningen met een looptijd van enkele weken. Via geldmakelaars sluiten we deze af bij de BNG, verzekeraars, pensioenfondsen en provincies. Hierbij houden we rekening met de wettelijke kasgeldlimiet die de omvang van deze leningen maximeert.

De kasgeldlimiet bepaalt dat gemeenten hun financieringsbehoefte voor slechts een beperkt bedrag met kort geld (looptijd < 1 jaar) mogen financieren. De norm is in de wet gesteld op 8,5% van het totaal van de jaarbegroting bij aanvang van het jaar. Voor Maassluis bedraagt de limiet in 2016 € 7,8 mln.
Dit om de gevolgen van een snelle rentestijging te beperken.

Er wordt getracht de kasgeldlimiet optimaal te benutten vanuit de gedachte dat rente van kortlopend geld, zoals bijvoorbeeld kasgeld, vrijwel altijd lager is dan van langlopende leningen.

Voor 2016 is de kasgeldlimiet eenmalig in het eerste kwartaal gering overschreden:

Kasgeldlimiet

eerste

tweede

derde

vierde

(bedragen x € 1.000)

kwartaal

kwartaal

kwartaal

kwartaal

Omvang begroting per 1 januari 2016

91.719

91.719

91.719

91.719

1 Toegestane kasgeldlimiet

In procenten van de grondslag

8,5%

8,5%

8,5%

8,5%

In bedragen

7.796

7.796

7.796

7.796

2 Omvang vlottende schuld

Opgenomen gelden < 1 jaar

1.667

Schuld in rekening-courant (contract BNG)

6.918

Gestorte gelden door derden < 1jaar

Overige geldleningen (geen vaste schuld)

Totaal

8.585

3 Vlottende middelen

Contante gelden in kas

23

16

24

16

Tegoeden in rekening-courant

4

3.354

4.553

4.337

Overige uitstaande gelden < 1 jaar

Totaal

27

3.370

4.577

4.353

Toets kasgeldlimiet

Toegestane kasgeldlimiet (1)

7.796

7.796

7.796

7.796

4 Totaal netto vlottende schuld (2-3)

8.558

-3.370

-4.577

-4.353

Ruimte (+)/Overschrijding (-); (1-4)

-762

11.166

12.373

12.149