Baten en lasten
Algemeen
De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
Uitzonderingen zijn dividenden en bepaalde personele lasten. Indien er bij personele lasten sprake is van (eenmalige) schokeffecten (reorganisaties) dient een voorziening gevormd te worden.
Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als baten genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar gesteld wordt.
Grondexploitaties
Verwachte verliezen voor planexploitaties worden genomen zodra deze voorzienbaar zijn. Hiertoe wordt een voorziening gevormd voor het verwachte verlies aan het einde van de looptijd. Dit toekomstige verlies wordt contant gemaakt naar nu.
Verwachte winsten worden in principe genomen bij het afsluiten van een planexploitatie. Tussentijds wordt slechts winst genomen als de boekwaarde van het onderhanden werk negatief is (meer opbrengsten dan kosten) én groter is dan de hoogte van de nog te maken kosten.
Reserves
Toevoegingen aan en onttrekkingen uit reserves worden rechtstreeks op de reserves gemuteerd, vóór het saldo van de rekening. Dit conform de begroting of expliciete besluitvorming door de raad.